 |
|
|
|
|
|
|
Componisten |
|
 |
|
|
|
Albums |
|
|
Tracks |
|
| |
| |
De Engelse vrouwengolf (deel 1) - Beschouwing
Score 113, 17 03 2006
|
|
DE ENGELSE VROUWENGOLF (deel 1) - Verschenen in Score 113, december 1999
Op 24 maart 1997 won de Engelse Rachel Portman een Oscar voor de beste Musical or Comedy Score voor de film Emma (1996). Opeens beseften velen dat vrouwen ook filmmuziek konden schrijven, en nog wel goede ook. Een jaar later was het weer raak: wederom won een Engelse vrouw een Oscar in dezelfde muziekcategorie, ditmaal voor The Full Monty (1997). Was hier sprake van een English Women’s Wave? Of was hier slechts sprake van toeval? Bij nader inzien blijkt dat er meer Engelse vrouwen filmmuziek schrijven, reeds vóór 1996 en zeker erna. Naast Rachel Portman en Anne Dudley zijn dat Ilona Sekacz, Debbie Wiseman en - sinds Eyes Wide Shut (1999) - Jocelyn Pook. Tijd om eens te kijken wat zich daar in Engeland allemaal afspeelt op het (nieuwe?) terrein van filmmuziek geschreven door vrouwen.
Marge
Vrouwelijke filmcomponisten zijn er altijd al geweest, zij het dat ze onopvallend in de marge van de filmindustrie werkzaam waren. Een sprekend voorbeeld is de Amerikaanse Carmen Dragon (1914-1984) die een aantal films voorzag van een heuse score (bij voorbeeld Invasion of the Body Snatchers (1956)). Ze won zelfs een Oscar (voor Cover Girl (1944), in samenwerking met Morris Stoloff).
Films scoren is in Hollywood altijd een mannenzaak geweest. Het voorbeeld van Carmen Dragon is de spreekwoordelijke uitzondering op deze regel, en dat heeft jaren zo geduurd. Pas met vrouwen als Shirley Walker (1945-) en Wendy Carlos (1939-) leek het tij enigszins te keren (vanaf de jaren ’70). Zij bewezen over talent en vakmanschap te beschikken, eigenschappen die in Hollywood in klinkende munt kunnen worden omgezet.
Van een Women’s Wave of Filmcomposing is het echter nooit gekomen. Daarvoor zijn de verhoudingen in Hollywood nog steeds te star en te conventioneel, ook op het gebied van scoring. De achterstelling van vrouwelijke componisten heeft onder meer te maken met wat populair is in Hollywood. En dat zijn in hoge mate actiefilms, die in beginsel door mannen worden gescored. En ook hier is er weer een uitzondering: Shirley Walker bewees dat het vooroordeel - vrouwen kunnen geen score voor een actiefilm schrijven - niet klopt. Haar score voor de actiefilm Turbulence (1997) bewees juist het tegendeel: vrouwen kunnen meer!
Engeland
In Engeland is de situatie voor vrouwen en filmmuziek lange tijd niet veel anders geweest. Slechts een handjevol vrouwen verzorgde sporadisch de score van een film in pakweg de jaren ’40 tot en met ’70. Componisten als Elisabeth Lutyens (1906-1984) en Angela Morley waren in de jaren ’40 en ’50 al werkzaam in de Engelse filmindustrie. Morley zorgde er in de jaren ’70 voor dat een vijftal films, waaronder The Little Prince (1974), The Slipper and the Rose (1976) en Watership Down (1978), op passende wijze muziek kregen. Hiermee legden zij en haar Amerikaanse collega’s een fundament voor andere vrouwen om zich op het pad van de filmmuziek te begeven.
Een belangrijke voedingsbodem voor vrouwelijke filmcomponisten vormen de vele muziekopleidingen in Engeland. Het succesvol afsluiten van een muzikale opleiding aan een gerenommeerde onderwijsinstelling of universiteit geeft makkelijker toegang tot kringen waar muziek een voorname rol speelt. De stimulans die enkele vrouwelijke filmcomponisten met name in de jaren ’70 gaven, heeft er zeker toe bijgedragen dat andere vrouwen werden aangemoedigd zich te bekwamen in muziek en derhalve voornoemde opleidingen in groten getale gingen bezoeken. Met als gevolg dat momenteel meer vrouwen afstuderen en uiteindelijk in onder meer de toneel-, televisie- en filmwereld emplooi vinden.
Een andere belangrijke factor voor het huidige succes is het type films dat de Engelse filmindustrie produceert. Bij onze westerburen ligt de nadruk veel meer op kostuumdrama’s en psychologische films dan op actiefilms, het genre dat juist in Hollywood de toon aangeeft en waarvoor uitsluitend mannen worden ingehuurd (behalve Shirley Walker dus!). Ten slotte speelt ook de Engelse televisie (de BBC, Channel Four) een vruchtbare rol als kweekvijver voor Engels muziektalent. Talent dat na gebleken kwaliteit door de filmindustrie wordt ingehuurd en vervolgens ook buiten de landsgrenzen succes en faam weet te veroveren. Met als gevaar natuurlijk dat Hollywood vroeg of laat begint te lonken.
Aan de hand van de carrière van de baanbrekende Rachel Portman bekijken we een exemplarische vrouwenloopbaan in de filmmuziek. Een interview met Jocelyn Pook staat elders in deze Score. In de volgende Score zal de periode vanaf Portman’s Oscar tot het jaar 2000 worden belicht met op de achtergrond de drie resterende vrouwelijke filmcomponisten die momenteel in Engeland werkzaam zijn enerzijds en de huidige situatie van filmmuziek in Engeland anderzijds..
Rachel Portman
Zoals gezegd kan de carrière van Rachel Portman min of meer als voorbeeld dienen voor de huidige Engelse vrouwengolf. Geboren werd ze in 1960 in Haslemere (Surrey). Al op haar vijftiende wist ze dat ze muziek wilde maken. Zoals naderhand zou blijken, was dat muziek die door beelden aanschouwelijk wordt gemaakt: filmmuziek dus. Haar opleiding genoot ze aan de universiteit van Oxford, waar ze de richtingen klassieke compositie en orkestratie volgde. Deze klassieke, in het bijzonder neoklassieke achtergrond werkt duidelijk in haar filmmuziek door: melodieuze klanken met veel violen, een instrument waarin ze zich al vanaf haar vroege jeugd heeft bekwaamd. Ook de piano geniet haar voorkeur, met name bij het componeren.
Haar eerste scores dateren uit het begin van de jaren ’80, toen ze amper de twintig was gepasseerd. In 1982 verscheen Privileged, een aan haar universiteit gedraaide film die via de BBC bekendheid verwierf. Vervolgens kwam ze terecht bij het toen net startende Channel Four en kreeg ze eerste bekendheid met de muziek voor de door de BBC geproduceerde film Oranges Are Not the Only Fruit (1990). Met de regisseuse van deze film, Beeban Kidron, zou ze nadien veelvuldig samenwerken. Naast veel televisiewerk raakte ze steeds meer betrokken bij bioscoopfilms, zoals Mike Leigh’s High Hopes (1988) en Charles Sturridge’s Where Angels Fear to Tread (1991).
Ze volgde Kidron naar Hollywood voor hun beider eerste Amerikaanse film Used People (1992) die haar roem ook in de VS verstevigde. Met de scores voor films als The Joy Luck Club (1993) en Benny & Joon (1993) brak ze definitief door. Deze films verbreedden ook haar muzikale idioom: ook andere dan klassieke instrumenten klonken hoorbaar door in deze scores.
In 1996 volgde dan de succesfilm Emma waarvoor ze het jaar daarop een Oscar won, de eerste vrouw die deze eer te beurt viel (Carmen Dragon won haar Oscar immers niet op geheel eigen kracht). Deze onderscheiding opende nog meer deuren, vooral in Hollywood, hetgeen heeft geresulteerd in grote films als Beloved (1998) en recentelijk The Cider House Rules (1999).
Kwaliteit speelt een grote rol in het leven van Portman. Het liefst werkt ze niet al te snel aan een filmopdracht en neemt ze graag de tijd om er een gedegen product van te maken. Haar sterke kant zijn romantische komedies, maar ook serieuze films kan ze gemakkelijk aan. In een typisch vrouwelijke filmmuziek gelooft ze zelf niet echt. Misschien ontwikkelt ze ooit nog eens een typische Portman stijl.
Filmografie/discografie Rachel Portman
1982 Privileged
1983 Experience Preferred … But Not Essential
1984 Last Day of Summer
1986 Sharma and Beyond
1987 90 Degrees South
1988 High Hopes
1990 Life Is Sweet
1991 Where Angels Fear To Tread CD U Virgin 2-92096
Antonia and Jane
1992 Used People CD Big Screen 924481-2
Rebacca's Daughters
1993 Ethan Frome * vzCD U Varèse VSD 5620
Friends
Benny & Joon CD Milan 15168-2
The Joy Luck Club CD Milan 18456-2 CD U Hollywood Records HR 61561-2
1994 Only You CD Columbia 476818-2
The Road to Wellville CD Varèse VSD 5512
The War of the Buttons CD Varèse VSD 5554
Sirens CD Milan 35669-2
1995 Smoke * vzCD Varèse VSD 5620 CD Hollywood Records MH 62024-2
A Pyromaniac’s Love Story * vzCD Varèse VSD 5620
To Wong Foo, Thanks For Everything, Julie Newmar CD MCA (pop-soundtrack)
1996 Palookaville
The Adventures of Pinocchio CD London 452740-2
Emma CD Hollywood Records 162069-2
Marvin's Room CD Hollywood Records MH 62106-2
1997 Addicted to Love CD TVT Soundtrax 8120-2
1998 Home Fries
Beloved CD Sony 69656
1999 The Other Sister CD Hollywood Records 494336-9
Ratcatcher
The Cider House Rules CD Sony Classics: release op 7 december 1999
* vier scores op één cd (samen met de tv-film Great Moments in Aviation (1993))
Paul S.
|
| |
|