ZES HOOGTEPUNTEN UIT EEN RIJKE CARRIÈRE |
Bij het overlijden van Maurice Jarre kwamen bij de redactieleden van Score
terstond herinneringen aan zijn muziek bovendrijven. Uit zijn enorme nalatenschap koos elk redactielid een score die een bijzondere betekenis of herinnering heeft. Het zal niemand verbazen dat Lawrence of Arabia
bij alle zes een bijzondere plek inneemt.
LAWRENCE OF ARABIAHet is alweer ruim 45 jaar geleden dat ik bewust kennis maakte met filmmuziek. Het is 1963, plaats: Corso Theater te Rotterdam. De zaal wordt donker, het gordijn voor het scherm blijft gesloten. Maar in de duisternis weerklinken de eerste tonen van de ouverture. Voordat de laatste muzieknoten van deze ouverture verstommen, zwaait het gordijn open en zien we de eerste haarscherpe beelden van de film op het enorme filmdoek. Na een introductie van vijftien minuten – zonder muziek – belanden we in de woestijn en op dat moment begint ook de muziek die ons meesleept in het grootse avontuur van
Lawrence of Arabia. Muziek die de beelden op de juiste momenten weet te versterken. Muziek die je de hitte van de woestijn en de brandende zon nog meer laat voelen. Dit alles noot voor noot op papier gezet door een toenmalig onbekende Franse componist: Maurice Jarre. Het was David Lean die Jarre de kans gaf om deze muziek voor zijn grote epos te compone-ren. Een samenwerking die later nog enke-le malen herhaald zou worden.
Na het zien van de film was mijn eerste gedachte: deze muziek wil ik hebben. Na maanden sparen – ik zat toen nog op school – had ik het geld bij elkaar en kon ik de grammofoonplaat kopen. Eindelijk had ik hem dan, een prachtige doos met daarin dat zwarte vinyl met die prachtige muziek en bovendien zat er ook nog een dik souvenirboek bij met informatie over de film. Het was mijn eerste plaat en tevens de start van het verzamelen van filmmuziek. Bedankt Maurice voor al het moois wat je ons hebt gegeven. Of moet ik zeggen bedankt David Lean dat je Maurice de kans hebt gegeven dit alles te doen.
RV
LES YEUX SANS VISAGE Les yeux sans visage geldt als een horror-film. Georges Franju realiseerde de film in 1960, maar film en regisseur zijn inmiddels, naar ik vrees, in de vergetelheid geraakt. Dat is om verschillende redenen jammer. In de eerste plaats omdat het om een hele goeie, poëtische film gaat; in de tweede plaats vanwege de muziek die Maurice Jarre voor de film schreef.
Eerst even in een notendop het verhaal: een chirurg heeft een auto-ongeval veroorzaakt, waardoor zijn dochter onherkenbaar verminkt is geraakt. Vastbesloten om haar haar uiterlijk terug te geven, ontvoert hij jonge vrouwen om vervolgens hun huid op haar gezicht te transplanteren. De operaties mislukken steeds.

De film kenmerkt zich door een beklemmende, onheilspellende sfeer, die voor een belangrijk deel te danken is aan de briljante cameraman Eugen Shuftan. Effecten liggen er nooit dik bovenop, maar voortdurend houden cameraman en cineast een onderkoelde, bijna koele benadering vast, waarbij de verschrikkingen zich bijna terloops voordoen. Toch vielen er naar verluidt tijdens de première zoveel mensen flauw, dat de producenten zich genoodzaakt zagen coupures in de film aan te brengen. Ofschoon dat schier onmogelijk was.
Juist in het bijna klinisch en afstandelijk vastleggen van de alledaagse werkelijkheid (straten, treinen, een operatie) schuilt het mysterie van deze film. Het zijn vaak alleen de muziek- flarden – Jarre schreef slechts een handvol thema’s – die maken dat we het gevoel krijgen dat we in een wereld zijn beland waar het niet pluis is. Een uit de bocht vliegend carnavalesk, circusachtig walsje, een smachtend, lieflijk melodietje – steeds zijn ze bedoeld om ons bewust te maken van verschrikkingen en gruwelen.
Het merkwaardige is dat er in de score weinig of niets te vinden is dat duidt op de richting die Jarre later in zijn veel beroemdere werk zou inslaan. Wie zijn muziek voor
Les yeux sans visage beluistert hoort eerder verwantschap met het werk van Nino Rota of zou kunnen vermoeden dat Jarre zich zou ontwikkelen in het idioom van Georges Delerue. Franju’s film is overigens om nog een reden de moeite waard: hij kan het voor het grootste deel zonder muziek stellen. Jarre moet dat geweten hebben; het maakt zijn lieflijke en tegelijk onheilspellende klankwereld er alleen maar vreemder en angstaanjagender op.
HM SHOUT AT THE DEVIL
Na prachtscores als
Lawrence of Arabia verviel Maurice Jarre in de loop van de jaren ʽ70 in inspiratieloze composities als bijvoorbeeld
The Man Who Would Be King of verlaagde hij zich tot plagiarisme van zijn eigen werk uit de jaren ʽ60.
Shout at the Devil (1976) betekende een ommekeer. De film zelf kent menig cliché, maar de componist wist een nieuwe inspiratiebron aan te boren. Zoals Bernstein dat deed in
Gold creëerde Jarre een rijkelijk Afrikaans getinte score. De hoofdmelodie belooft al meteen wat de film ons voorschotelt: een avontuur vol spanning en romantiek. Een van de meest memorabele ogenblikken uit de prent, het transport van de mysterieuze reuzenwielen, komt prachtig over aan de hand van een ritmisch thema dat klinkt als een soort Afrikaanse boottrekkers van de Wolga. Het afbranden van Lapalanzi werd duidelijk overgenomen uit de originele filmsoundtrack, compleet met geknetter van de brandende bungalow. Dezelfde truc wordt herhaald met de tikkende tijdbom in de ruimte van het slagschip, een tikken dat overgaat in een van de best georkestreerde composities uit de film met een haast voelbare spanning. Ook voor het imponerende slagschip schreef Jarre een opzwepend thema dat niet hoeft onder te doen voor het beste van Rózsa of Goldsmith.
JWLION OF THE DESERTAls je gevraagd wordt een favoriete score van Maurice Jarre te bespreken, dan blijkt dat toch een moeilijke opgave. Maurice Jarre heeft zoveel scores op zijn naam staan waar zo veel moois tussen zit. Voor de hand liggen de films van David Lean. Maar blockbusters als
Lawrence of Arabia of
A Passage to India zijn al bekend bij iedereen. En terecht. Ik weet nog dat filmcomponist Mario Nascimbene ooit tegen me zei dat hij het betreurde dat hij nooit een filmhit had gescoord. Een hit als
Doctor Zhivago had hem geweldig geleken. Hij bewonderde Maurice Jarre ook.
Lion of the Desert (1981) van regisseur Moustapha Akkad is een film die zich net als
Lawrence of Arabia in de woestijn met Anthony Quinn afspeelt. Quinn speelt de hoofdrol als Omar Mukthar, de Libische partizaan die er twintig jaar over deed om zijn volk te bevrijden van de Italiaanse bezetters onder leiding van generaal Graziani (Oliver Reed) die in opdracht van Mussolini (Rod Steiger) het Bedouinen-verzet moest stoppen. Het is voor de hand liggend dat Jarre de muziek deed. Akkad had in zijn vorige film
The Message ook Jarre al als componist. De muziek bij de film is indrukwekkend. De track
The Concentration Camp is het meest trieste stuk filmmuziek dat ik ken. En dat met mijn verzameling van over de 7.000 soundtracks moet wel iets zeggen over deze score. De score doet kwalitatief niet onder voor
Lawrence of
Zhivago. Emotie is het sleutelwoord bij deze muziek. En ik zou ze tekort doen als ik The London Symphony Orchestra niet zou vermelden. Met deze score heeft Maurice Jarre een meesterwerkje afgeleverd, hoewel veel mensen de film en de muziek waarschijnlijk niet kennen.
STENEMY MINE Maurice Jarre componeerde deze muziek in 1985.
Enemy Mine is een sciencefictionfilm met in de hoofdrollen Dennis Quaid en Louis Gossett Jr. onder regie van Wolfgang Petersen. De film won verschillende nominaties voor onder andere Louis Gossett Jr. en beste make-up (
Academy of Science Fiction, Fantasy & Horror Films, USA) en voor

beste regisseur Petersen (
Avoriaz Fantastic Film Festival, het ging hier om de
Antennae II Award en de
C.S.T. Award). Jarre werd overgeslagen en dat was jammer want hij componeerde een heel goede score. Het is vrij rustige muziek, soms verweven met elektronische klanken. En af en toe toch weer typisch Jarre die er weer wat bekende klanken doorheen gooit zoals zijn muziek voor
Ryan’s Daughter. De meest aansprekende track is nummer 10:
Before the Drac Holy Council (9:58) waarin alle thema’s in een korte suite zijn samengebracht. Het is niet Jarres bekendste werk, maar wel een van de betere.
APWITNESSWitness was in 1985 een grote hit voor het trio Ford-Jarre-Weir. Voor Harrison Ford was deze film een serieuze afleiding van zijn rollen als Han Solo en Indiana Jones, voor Peter Weir betekende dit Amerikaanse debuut een erkenning door pers en publiek en Maurice Jarre was opeens een trendy filmcomponist met deze geheel elektronische score die geenszins mis-plaatst bleek in de spannende Amish-thriller. Eigenlijk had Jarre bij de vorige samenwerking met Weir al een elektronische score gecomponeerd, maar de muziek voor
The Year of Living Dange-rously (1982) was goeddeels verweven met oosterse klanken.
Witness was geheel elek-tronisch volgens de toentertijd heersende mode van Vangelis en consorten. Ook hoorde je in deze score een vleugje David Bowie uit zijn Berlijnse jaren (met name
Low uit 1977). De schok van het nieuwe is er nu, ruim dertig jaar later, wel grotendeels af, maar destijds leek Jarre zich te scharen onder innovatieve filmcomponisten, maar evenzeer leek hij aan te sluiten bij de muziekstijl van zijn zoon Jean-Michel met wie hij een gebrouilleerde relatie scheen te hebben. Moedig, zo´n alom gerespecteerde vader die componeert in de stijl van zijn jonge, trendsettende zoon, zo dacht menigeen destijds. Terugblikkend lijkt
Witness misschien een incidenteel experiment binnen het immense œuvre van de Franse

componist maar dat is niet geheel waar, want de opvolger van het gelauwerde trio –
The Mosquito Coast – verscheen al een jaar later en was qua muziek minstens zo opzienbarend toen. De score voor
Witness duurt op cd slechts dertig minuten. We horen vloeiende klanktapijten die ondanks de korte lengte een wijdse indruk achterlaten. Er lijkt aanvankelijk niet veel aan de hand, maar stilletjes sluipt er toch enige dreiging in de muziek. Hoogtepunt is het nummer
Building the Barn, zeg maar het hart van de score. Het nummer kent een opbouwende drive en past dan ook als gegoten bij deze cruciale schuurscène.
Witness was vernieuwend, traag, hypnotiserend en een typisch kind van zijn tijd. Intrigeren doet Jarres muziek vandaag nog steeds.
PS