 |
|
|
|
|
|
|
Componisten |
|
 |
|
|
|
Albums |
|
|
Tracks |
|
| |
| |
De geboorte van de filmmuziek - Historische terugblik
Score 127, 09 12 2005
|
|
DE GEBOORTE VAN DE FILMMUZIEK - Verschenen in Score 127, juni 2003
 Bijna ongemerkt zijn we de laatste eeuw een nieuw muzikaal genre rijker geworden. Het is herkenbaar als soort, spreekt een begrijpelijke taal en het werkt. 'Filmmuziek' heet het en het gaat rond in de vorm van 'soundtracks'. Je kunt er heel gewoon, thuis op de bank, naar luisteren en van genieten. Volgens een wijdverbreide misvatting is dit genre heel plotseling ontstaan bij de komst van de geluidsfilm, toen filmmuziek voor het eerst werd vastgelegd op het geluidsspoor van de film. Maar dat klopt niet. Het ontstaan van filmmuziek als genre is een proces geweest van vallen en opstaan, van briljante missers gevolgd door onbegrijpelijke successen. Honderdduizenden muzikanten en kilometers bladmuziek hebben een rol gespeeld bij de totstandkoming van principes en sjablonen die nog steeds gehanteerd worden. Dit alles is inmiddels vrijwel onzichtbaar geworden. De films van toen zijn stom en houden hun mond. Vergeten zijn de componisten, gestorven de muzikanten, weggegooid de bladmuziek, verkocht de instrumenten en gebroken de 78 toerenplaten. Om een beeld te krijgen van de 'roots van het genre' zul je moeten graven in het weinige dat bewaard bleef in archieven.
Het begin
28 December 1895. In de 'Salon Indien' van een grand café aan de Boulevard des Capucines in Parijs vertonen de gebroeders Lumière hun eerste serie filmpjes: documentaire beelden van één minuut per opname. Om het geheel een hogere amusementswaarde te geven, hebben ze een pianist ingehuurd. Kort daarna worden films als een nieuwe attractie opgenomen in het variété-theater (music hall / vaudeville theater / salon des variétés). Daar worden ze begeleid door theaterorkesten die hun ervaring hebben opgedaan met pantomime, melodrama, opera, operette, ballet en tableaux vivants.
Rond 1906 verschijnen in veel grote steden de eerste echte bioscopen en al snel is de film een geweldig succes. Terwijl men in Amerika in 1908 nog verrast wordt door de explosie van 'nickelodeons' (kleine theaters waar je voor een stuiver (nickel) een vijftien minuten durend filmprogramma kunt zien) denkt men in Frankrijk al verder. Daar stelt de 'Film d'Art' filmproductiegroep, opgericht door de gebroeders Lafitte in 1908, zich ten doel niet alleen het gewone volk maar ook de gegoede burgerij naar de nieuwe filmtheaters te trekken. Voor de vertoning van hun eerste 'kunstfilm', L'assassinat du duc de Guise (Charles le Bargy 1908), wordt een beroep gedaan op niemand minder dan Camille Saint-Saëns, die voor deze verfilmde eenakter een speciale orkestscore componeert.
Zo ziet de eerste originele filmscore het licht, terwijl elders pianisten en organisten, veelal improviserend op basis van 'musical cue-sheets' (door de distributeur bijgeleverde muzieklijsten die precies aangeven welk muziekstuk op welk moment in de film gespeeld dient te worden) hun zoektocht vervolgen. Het componeren van muziek voor afzonderlijke films is voorlopig nog geen standaard.
 Een belangrijke ontwikkeling vindt plaats rond 1913, wanneer in de grote filmtheaters het 'bioscooporkest' zijn intrede doet. Het standaard bioscooporkest bestond uit strijkkwartet (dubbel), klarinetten, hobo, fagot, fluiten, hoorns, piano, harmonium en slagwerk. Voor de begeleiding van films worden 'compilatiescores' samengesteld op basis van bestaand orkestrepertoire. Dat blijft zo tot de komst van de geluidsfilm. De voortdurende behoefte aan bruikbaar repertoire voor deze compilaties brengt de Boheems-Amerikaanse componist J.S. Zamecnick ertoe de eerste 'stock music' (muziek die 'on stock' (in voorraad) is), ook wel 'cinema incidentals' of 'Kinothekmusik' genoemd, voor film te componeren: de serie Sam Fox Fotoplay. In een korte periode worden er tienduizenden gecomponeerd, gedrukt en uitgegeven. Stockmuziek raakt zozeer in de begeleidingspraktijk geïntegreerd dat je het met recht de bakermat van het genre filmmuziek kunt noemen.
Orkestrale muziek in de bioscoop slaat aan: in Duitsland wordt de film Richard Wagner (Carl Froelich, 1913), die door een dertigkoppig orkest wordt begeleid, een groot succes. Omdat de erven van Wagner niet meewerken, worden er Wagneriaanse pastiches gecomponeerd door de Italiaan Giuseppe Becce. Zijn score geeft een goed beeld van de begeleidingspraktijk van die tijd. In Italië tracht men met Pietro Mascagni hetzelfde kunstje uit te halen dat met Saint-Saëns al zo jammerlijk faalde. De film Rapsodia satánica (Nino Oxilia, 1915), met een geheel nieuwe score van de hand van de operacomponist, wordt in alle opzichten een flop. In Amerika markeert het grote succes van The Birth of a Nation (D.W. Griffith, 1915) de doorbraak naar de burgerij als filmpubliek. De film wordt begeleid door een vijftigkoppig orkest met vocalisten, dat een compilatie van klassieke werken afwisselt met populaire liederen uit de 'civil war'. Samensteller én arrangeur is Joseph Breil, die ook een aantal eigen muziekstukken toevoegt. Het belang van de burgerij als doelgroep blijkt ook uit Carmen (Cecil B. DeMille, 1915). De opera van Bizet wordt door Hugo Riesenfeld ingrijpend bewerkt en rouleert jarenlang als film door de Amerikaanse theaters, begeleid door een vaste 'troupe' met een grote instrumentale en vocale bezetting. De trend lijkt gezet.
Na de Eerste Wereldoorlog
De grootste bloeiperiode van de zwijgende film volgt na de Eerste Wereldoorlog. Als de wereldeconomie zich in het begin van de 'gay twenties' herstelt, wordt het bioscoopbedrijf snel 'salonfähig' en dat blijkt uit de muzikale begeleiding. Grote premièretheaters beschikken over orkesten van 50 tot 60 musici, meerdere organisten en dirigenten en personeel voor het voorbereiden van de compilatiepartituren en het bijhouden van een muziekbibliotheek (waarin soms wel 50.000 titels). In deze periode ontstaat ook de belangstelling voor originele filmscores. Het totale aantal originele filmscores uit de periode van de zwijgende film wordt geschat op niet meer dan honderd. Als men gedeeltelijk originele scores meerekent, zoals bijvoorbeeld The Birth of a Nation, komt men op een aantal van ongeveer duizend. Duitsland is op dit gebied toonaangevend. De score voor Nosferatu, eine Symphonie des Grauens (Friedrich Wilhelm Murnau 1922) van Hans Erdmann is herkenbaar, begrijpelijk en werkzaam als filmmuziek. Ook componisten van naam wagen zich aan de film, zoals Richard Strauss die zelf zijn opera Der Rosenkavalier bewerkt voor de gelijknamige film (Robert Wiene 1926).
Een andere belangrijke ontwikkeling wordt in gang gezet door de Duitse componist Edmund Meisel. Met zijn scores voor onder meer Pantserkruiser Potemkin (Sergei Eisenstein 1925) en Der heilige Berg (Arnold Fanck 1926) toont hij aan dat ook los van het negentiende-eeuwse romantische idioom doeltreffende filmmuziek kan worden gemaakt. Concrete geluiden ('Geräuschemusik') spelen bij hem een belangrijke rol. Je zou Meisel de eerste 'soundtrackdesigner' kunnen noemen. Frankrijk kan natuurlijk niet achterblijven en laat van zich horen met La roue (Abel Gance, 1923) en Napoléon (Gance, 1927), beide met muziek van Arthur Honegger. Deze films, die waar mogelijk worden uitgevoerd mét de originele muziek, zijn in Frankrijk en daarbuiten een groot succes.
Na de revolutie van 1918 wordt de film tot de belangrijkste Russische kunstvorm uitgeroepen. Geld, tijd noch moeite worden gespaard. De groots opgezette score van Dimitri Sjostakovitsj voor New Babylon (Trauberg & Kozintsev, 1929) is hiervan een voorbeeld. Muziek wordt dermate belangrijk geacht voor de zwijgende film dat ook regisseurs zich met de score gaan bemoeien. Een bekend voorbeeld is natuurlijk Charles Chaplin, die de muziek voor The Gold Rush (1925) en The Circus (1928) grotendeels zelf componeert.
De avant-garde
Dat ook de muzikale avant-garde van de jaren twintig geïnteresseerd is in filmmuziek bewijzen Paul Hindemith(foto) onder het pseudoniem Paul Merano met zijn filmmuziek voor Im Kampf mit dem Berg (Arnold Fanck, 1921) en Paul Dessau met zijn muziek voor animatiefilms van Walt Disney en Ladislav Starewicz (1928/9). Erik Satie's compositie voor Entr'acte (René Clair, 1924) die onderdeel uitmaakt van het dadaïstische 'ballet' Relâche, is een toonaangevend werk.
Ook George Antheil componeert voor de film Le Ballet mécanique (Fernand Léger, 1924) een interessante score die echter voornamelijk zónder de film wordt uitgevoerd. Dat geldt ook voor Vierzehn Arten den Regen zu beschreiben van Hans Eissler, gebaseerd op de zwijgende film Regen (Joris Ivens, 1929).
Zelfs Arnold Schönberg componeert muziek voor de zwijgende film. Zijn Begleitmusik zu einer Lichtspielszene uit 1930 vervaardigt hij in opdracht van een Duitse uitgever. Het stuk is volledig gecomponeerd volgens de dan geldende principes voor filmmuziek en kan worden beschouwd als stockmuziek omgezet in atonaal idioom. Vlak vóór de doorbraak van de geluidsfilm is filmmuziek dan met recht een genre geworden.
EEN OVERZICHT VAN ORIGINELE SCORES VAN ZWIJGENDE FILMS UITGEBRACHT OP CD
(Chronologisch geordend)
L'ASSASSINAT DU DUC DE GUISE, Charles le Bargy (FR 1908)
L'assassinat du duc de Guise, Camille Saint-Saëns Ensemble Musique Oblique (1993) Harmonia Mundi HMC 901472
RICHARD WAGNER, Carl Froelich (DU 1913)
Richard Wagner, Giuseppe Becce Helmut Imig + Orkest KOCH SCHWAN 3-6495-2
THE BIRTH OF A NATION, D. W. Griffith (VS 1915)
The Birth of a Nation, Thomas Breil (e.a.) Clyde Allen / New Zealand Symphony Orchestra (1985) "Label X" LXCD 701
RAPSODIA SATÁNICA, Nino Oxilia (IT 1915)
Rapsodia satánica / 1915 /, Pietro Mascagni Peter Himpe / Londerzeel Jeugd Symphonie Orkest (1992) Bongiovanni GB 21302
CARMEN, Cecil B. DeMille (VS 1915)
Carmen, arranged by Hugo Riesenfeld, Georges Bizet Gillian B. Anderson / London Philharmonic Orchestra / Geraldine Farrar (1997) VAI Audio 1149
FALL OF A NATION, Thomas F. Dixon (VS 1916)
Our Musical Past vol. 2 - Two silent film scores Fall of a Nation, Victor Herbert Frederick Fennel / The MusiCrafters Orchestra (198?) Library of Congress Records, OMP 103
GLORIA'S ROMANCE, Collin Campbell, Walter Edwin (VS 1916)
Our Musical Past vol. 2 - Two silent film scores Gloria's Romance, Jerome Kern Frederick Fennel / The MusiCrafters Orchestra (198?) Library of Congress Records, OMP 103
NOSFERATU, EINE SYMPHONIE DES GRAUENS, Friedrich Wilhelm Murnau (DU 1922)
Nosferatu, eine Symphonie des Grauens. Hans Erdmann Gillian B. Anderson / Brandenburg Philharmonie Orkest (05-1995) RCA Victor Red Seal 09026681432
IM KAMPF MIT DEM BERGE, Arnold Fanck (DU 1921)
Im Kampf mit dem Berge, Paul Hindemith (Paul Merano) Helmut Imig + orkest (1994) KOCH SCHWANN 3-1772-2 H1
LA ROUE, Abel Gance (FR 1923)
Mouvement Symphonique no.1 / Pacific 231, Arthur Honegger Arthur Honegger + orkest (1928) EPM 983412 Ouverture (uit La roue 1923), Arthur Honegger Adriano / Bratislava Symphonie Orkest (1987) Marco Polo 8223134
Film Music, Arthur Honegger Vachey / Jeune Orchestre Symphonique (1994) Marco Polo 8223134 / Solstice 141
LE BALLET MÉCANIQUE, Fernand Léger (FR 1924)
Ballet mécanique, George Antheil Jeffrey Fischer / University of Massachusetts Percussion Ensemble 1999 EMF CD 020
Ballet Mécanique, George Antheil Maurice Peress / New Palais Royale Percussion Ensemble Musicmasters 67094-2
ENTR'ACTE, René Clair (FR 1924)
Parade, Relâche, Mercure etc., Erik Satie Maurice Abravanel / Utah Symphony Orchestra (1993) Vaguard Classics 4030
Parade, Relâche, Mercure etc., Erik Satie Ronald Corp / New London Orchestra (1989) Hyperion CDA 66365
Orchestral Works & Transcriptions, Erik Satie Jean-Pierre Ermangaud / Toulouse Capitol Orchestra (1989) EMI / Angel / Virgin / Imports 49471
SALAMMBÔ, Pierre Marodon (FR 1924)
Orkestsuites op. 76, Florent Schmitt Jaques Mercier / Île de France Nationaal Orkest (1991) Ades 203592
BATTLESHIP POTEMKIN, Sergei Eisenstein (SU 1925)
Bronenosets Potyomkin, Edmund Meisel (DU) LABEL Soundtrack-Factory CD8347
DER HEILIGE BERG, Arnold Fanck (DU 1926)
Der heilige Berg, Edmund Meisel
DER ROSENKAVALIER, Robert Wiene (DU 1926)
Der Rosenkavalier (AV.112), Richard Strauss Richard Strauss / Augmented London Tivoli Theatre Orchestra (1926) Koch Legacy 371322 H1 / EMI Classics CDC 7546102
A DAY'S PLEASURE, PAY DAY, THE GOLD RUSH, THE CIRCUS, Charles Chaplin (VS 1920-1926)
The Music of Charles Chaplin vol.1, Charles Chaplin / Eric James / Eric Rogers / Max Terr / Charles Chaplin (1920-1926) Blue Moon BMCD 7002
NAPOLÉON, Abel Gance (FR 1927)
Napoléon (S. 60) (soundtrack), Arthur Honegger Adriano/ Bratislava Symphonie Orkest (1987) Marco Polo 8223134
Film Music, Arthur Honegger Vachey / Jeune Orchestre Symphonique (1994) Marco Polo 8223134 / Solstice 141
DIE WUNDERUHR / DER VERZAUBERTE WALD, Ladislav Starewicz (DU 1928)
On: Four Alice Comedies, Paul Dessau Hans-E. Zimmer / RIAS Sinfonietta (1996) RCA VICTOR Red Seal 09026 68144 2
ALICE IN THE WOOLY WEST, ALICE AND THE FIREFIGHTER, ALICE'S MONKEY BUSINESS, ALICE HELPS THE ROMANCE, Walt Disney (VS 1928-1929)
Four Alice Comedies, Paul Dessau (DU) Hans-E. Zimmer / RIAS Sinfonietta (1996) RCA VICTOR Red Seal 09026 68144 2
NEW BABYLON, Leonid Trauberg, Grigori Kozintsev (SU 1929)
Nowjo Wawilon op.18, Dimitri Sjostakovitsj Walery Poljanski / Russisch Staats Symphonie Orkest (1995) Chandos CHAN 9600
Das Neue Babylon op.18, Dimitri Sjostakovitsj James Judd / Berlin Radio Symphonie Orkest (1989) Capriccio 10341/42
Suite (uit Nowjo Wawilon op.18), Dimitri Sjostakovitsj Rozdestvensky / Moskou Philharmonie Orkest (1975) Russian Disc RDCD 11064
REGEN, Joris Ivens (NL 1929)
Vierzehn Arten, den Regen zu beschreiben, Opus 70, Hans Eissler (1936) Berlin State Opera Chamber Players Berlin Classics 9255 (1998)
Scènemuziek voor zwijgende films uitgebracht op cd.
J. S. ZAMECNICK Cinema Monte Alto Motion Picture Orchestra (1999) Asin: BOOOOOOIJM7 (Amazon.com) Contactpersoon: Rodney Sauer 401 Spruce Street Louisville, CO 80027 USA [email protected]
ARNOLD SCHÖNBERG Begleitmusik zu einer Lichtspielszene Frankfurt Radio Symphonie Orchester WEA / Denon 18005 Koch International Classics 7263
ALBERT W. KETELBY In a Persian Market Etc. Peter Dawson / Albert Ketelby Concert Orchestra (1992) Pearl-Koch 9968
Stefan Ram
|
| |
|