 |
|
|
|
|
|
|
Componisten |
|
 |
|
|
|
Albums |
|
|
Tracks |
|
| |
| |
Alberto Iglesias - Portret
Score 126, 16 12 2005
|
|
Alberto Iglesias - Wonderlijke klanken uit Spanje - Verschenen in Score 126, maart 2003
Hij staat al enkele jaren bekend als huiscomponist van Pedro Almodóvar en daarnaast ook van andere regisseurs van de huidige Spaanse kwaliteitsfilm. Buiten het Iberisch schiereiland dringt zijn faam steeds meer door dankzij zijn virtuoze beheersing van de filmmuziektaal. Een Oscarnominatie voor zijn meesterlijke score van Hable con ella is hem onlangs weliswaar niet ten deel gevallen, maar als de European Film Academy afgelopen jaar een categorie voor filmmuziek in het leven had geroepen, dan zou Alberto Iglesias beslist de eerste winnaar zijn geworden. In eigen land heeft Iglesias zijn top min of meer bereikt. Met liefst vijf Goya’s (Spaans equivalent van de Oscar) op zak lonkt het buitenland.
Debutanten
Alberto Iglesias werd in 1955 geboren in San Sebastián. Hij studeerde in zijn geboortestad piano, gitaar, harmonieleer en compositie. Zijn opleiding beëindigde hij in Parijs en Barcelona. Klassieke muziek en minimal music zijn enkele muzieksoorten waarvoor Iglesias toen al een enorme interesse toonde. Met diverse muzikanten speelde hij in kleine ensembles. Zo vormde hij met de componist Javier Navarette in de eerste helft van de jaren ’80 een duo dat elektronische muziek componeerde en speelde. Zijn eerste schreden als filmcomponist zette hij in dezelfde jaren. Vooral voor enkele kunstfilms en videoproducties verzorgde hij de muziek. Zijn eerste lange film was La conquista de Albania (1984). Via zijn broer en zijn neef kwam Iglesias in aanraking met Alfonso Ungría, de regisseur van deze film. De rest van de jaren ’80 werkte hij gestaag verder als filmcomponist voor films van veelal debuterende regisseurs die weinig weerklank vonden buiten Spanje. Iglesias’ filmmuziek kenmerkte zich toen al enerzijds door een hang naar minimal music en anderzijds door een onmiskenbare voorkeur voor melodieuze muziekstukken die vaak een hoog emotioneel evenals onheilspellend gehalte hebben.
Médem
Met Vacas (Julio Médem) uit 1992 begon een nieuwe periode die uiterst vruchtbaar zou blijken en Iglesias’ twijfels omtrent zijn eigen kunnen als filmcomponist wegnam. Julio Médem, met wie hij reeds had samengewerkt bij diens korte film Martín (1988), gaf hem enerzijds de vrije ruimte en ontpopte zich anderzijds als een origineel filmer die een eigen filmtaal begon te ontwikkelen waarbinnen muziek een cruciale rol speelde. Een grote sprong voorwaarts bleek de score voor Médems volgende film La ardilla roja (1993). De sinistere muziek voor deze thriller werd gekenmerkt door staccato violen en klonk her en der erg Herrmannesque, hetgeen Iglesias op de nodige kritiek kwam te staan. Vreemd is deze link met Herrmann niet, aangezien Iglesias een diepe bewondering koestert voor deze invloedrijke Amerikaan. Ook voor Alex North voelt hij een diepe bewondering evenals voor klassieke componisten als Ligeti, Messiaen en Bartók.
Almodóvar
Na een melodieuze score voor de enige film die Iglesias met Carlos Saura maakte (Dispara! (1993)), begon de hechte samenwerking met het wonderkind van de Spaanse cinema, Pedro Almodóvar. De laatste bevond zich medio jaren ‘90 op een keerpunt in zijn carrière. Na een tiental exuberante, luidruchtige films kwam hij enigszins tot rust en sloeg hij nieuwe wegen in met films die een volwassen, pregnant karakter hadden en zowel pers als publiek unaniem bevielen. De eerste samenwerking heette La flor de mi secreto (1995) en het klikte meteen tussen regisseur en componist. Iglesias kreeg voldoende vrijheid en schreef onder meer een populair thema voor dit drama over een schrijfster die zich in een persoonlijke crisis bevindt. Voorts werden zijn muzikale wortels van flamenco en akoestische gitaar steeds hoorbaarder. In tegenstelling tot zijn vorige scores werd de muziek dit keer opgenomen met een orkest. De tweede samenwerking vormde Carne trémula (1997), een Ruth Rendell-verfilming (ook bekend als Live Flesh) en binnen het œuvre van Almodóvar ongebruikelijk, aangezien het in wezen gaat om een onvervalste thriller (met uiteraard de nodige Almodóvartrekjes). Voor Iglesias was deze qua genre en vertelwijze pluriforme film een lastige klus. Wederom schreef hij een welluidend thema dat de nodige diepgang verschafte aan de karakters uit deze serieuze film.
Vertrouwen
Ondertussen continueerde Iglesias de samenwerking met Médem. Voor Tierra (1996) en Los amantes del Círculo Polar (1998) verzorgde hij respectievelijk een intense, nogal symfonische score en een intieme score die gekenmerkt wordt door het gebruik van exotische instrumenten die de ver afgelegen poolcirkel moeten benadrukken. Aan het zorgvuldig selecteren van de instrumenten voor de opnames van zijn muziek besteedt Iglesias steeds veel aandacht. Na deze drama’s met een mythische dimensie keerde Iglesias weer terug naar Almodóvar voor diens met een Oscar onderscheiden meesterwerk Todo sobre mi madre (1999) dat hij van een verbluffend rijke score voorzag. Naast vooral jazzy muziek met een dreigende, fatalistische ondertoon kende de soundtrack een indringend thema dat regelmatig terugkeert en zowel de sfeer als de voornaamste personages kundig ondersteunt. Bijna was deze derde samenwerking op een fiasco uitgelopen. De aanvankelijke score werd namelijk door Almodóvar afgewezen waarna Iglesias een totaal nieuwe schreef. Wederzijds vertrouwen heeft deze crisis overwonnen, aldus de laatste.
Nieuwe uitdagingen
Na het enorme succes van Todo sobre mi madre volgden nieuwe rijpe en zo mogelijk nog succesvollere werken als Lucía y el sexo (Médem, 2001) en vooral Hable con ella (Almodóvar, 2002). Met de laatste score heeft Iglesias zich weten te scharen onder de meest vooraanstaande filmcomponisten in Europa. Naar verluidt werden er alleen al in Frankrijk 1 miljoen exemplaren van deze soundtrack verkocht. Maar Iglesias is een wijs man: hij beperkt zich niet alleen tot het componeren van filmmuziek. Vijfentwintig titels telt zijn filmografie slechts, gespreid over de afgelopen twintig jaar. Naast het scoren schreef hij symfonische en kamermuziekwerken en daarnaast heeft hij samengewerkt met choreograaf Nacho Duato bij enkele van diens balletten.
Pas de laatste jaren verlegt Iglesias zijn horizon iets buiten Spanje. Anno 2000 was hij betrokken bij het Don Quichot-project van Terry Gilliam dat helaas vroegtijdig strandde. Ook voor de eerste film die John Malkovich zelf regisseerde, getiteld Pasos de baille/The Dancer Upstairs, schreef hij de muziek. De film die zich in Zuid-Amerika afspeelt, werd verleden jaar op het Filmfestival van Venetië onderscheiden met een Rota Soundtrack Award. Iglesias’ laatste film is een documentaire over Fidel Castro die de Amerikaan Oliver Stone afgelopen jaar op Cuba maakte, getiteld Comandante. Deze internationale producties liggen weliswaar nog steeds verankerd in de Spaanstalige wereld, maar dankzij het wereldwijde succes van Hable con ella lijkt voor de in Madrid woonachtige componist nu ook de hele wereld open te liggen.
FILMO- / DISCOGRAFIE
1984
La conquista de Albania La muerte de Mikel Fuego eterno
1985
Luces de bohemia
1986
El sueño de Tánger Balada da Praia dos Cães Adiós, pequeña
1988
Martín Lluvia de otoño
1992
Vacas La vida láctea
1993
La ardilla roja Dispara!
1995
La flor de mi secreto Squatt 481444-2 Una casa en las afueras
1996
Tierra Pasajes
1997
Carne trémula La femme de chambre du Titanic / La camarera del Titanic
1998
Los amantes del Círculo Polar
1999
Todo sobre mi madre Universal Music Spain 676208-2
2001
Lucía y el sexo
2002
Pasos de baile / The Dancer Upstairs Hable con ella Milan 7432192849-2
2003
Comandante
Een verplichte cd voor eenieder die geïnteresseerd is in het werk van Alberto Iglesias is Filmworks 1990-2000 (Nuba Records S.L. 2000). Op deze dubbel-cd staat muziek uit tien films uit de jaren ’90. Een prachtig begeleidend boekje completeert het geheel.
Paul S.
|
| |
|